Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen vergaderde de koning van Israel de [7]profeten, vierhonderd mannen, en hij zeide tot hen: Zullen wij tegen Ramoth in Gilead ten strijde trekken, of zal ik het nalaten? En zij zeiden: Trek op, want God [8]zal hen in de hand des konings geven. 7. Zij worden de profeten Achabs genoemd, onder, hfdst.17 vs.21, die gesteld worden tegen de profeten des Heeren, welke Josafat zocht te horen in vs.6. 8. Namelijk, de Syriers, gelijk onder, vs.14, of de stad, of beide.